Slagaderen of arteries zijn aanvoerende bloedvaten en ze voorzien de weefsels van de noodzakelijke zuurstof en voedingsstoffen. Deze arteries kunnen vernauwen (stenoseren) of dichtslibben (occluderen) vooral als gevolg van roken. Ook oa. diabetes, erfelijkheid, leeftijd, hoge bloeddruk en cholesterol kunnen slagaderproblemen uitlokken. Een deel van de behandeling is dan ook deze uitlokkende factoren corrigeren voor zover mogelijk.
De klachten zijn afhankelijk van de ernst, de uitgebreidheid, de lokalisatie en de snelheid van het vernauwen of dicht gaan van de slagader. In de benen gaat het van etalagebenen (claudicatio) naar pijn in rust tot het optreden van wonden of afsterven van weefsels. Naar de hersenen kan het een beroerte uitlokken, in de darmen een infarct. De slagaderen kunnen ook uitrekken (dilateren), wat in de buik kan leiden tot scheuren van een aneurysma (hartaderbreuk).
Er zijn voor al deze problemen meerdere behandelingsmogelijkheden, en wordt wordt steeds gezocht naar de minst invasieve en meest efficiënte optie. Opvolging nadien is zeer belangrijk omdat het probleem wel kan behandeld worden maar niet altijd genezen : soms zijn de jaren eropvolgend nieuwe procedures noodzakelijk.
Vernauwingen of volledige verstopping van de bloedvaten in de benen geven variabele klachten afhankelijk van de ernst. Aanvankelijk voelt men weinig, de eerste symptomen zijn verkramping bij het stappen, nadien komen er ook pijnklachten in rust of wondproblemen.
Een vernauwing in de slagader is het gevolg van slagaderverkalking (atherosclerose). Bekende risicofactoren voor slagaderverkalking zijn roken, hypertensie (hoge bloeddruk), diabetes mellitus (suikerziekte) en een te hoog cholesterolgehalte in het bloed.
De behandeling wordt bepaald afhankelijk van de plaats van de vernauwing en het type vernauwing:
De abdominale aorta of buikslagader is de hoofdslagader die doorheen het middenrif komt, en op de wervelzuil achter de ingewanden in de buik verloopt. Ter hoogte van de navel splitst deze naar de beide liezen toe. De abdominale aorta kan zoals alle slagaderen vernauwen (stenoseren) of dichtslibben (occluderen). Risicofactoren zijn dezelfde als bij slagaderlijden in het algemeen.
Een specifiek probleem met deze aorta is dat deze ook kan verwijden en zo een aneurysma vormen (AAA of abdominaal aorta aneurysma). Als dit aneurysma scheurt (ruptuur), is dit acuut levensbedreigend (‘hartaderbreuk’). Er zijn erfelijke factoren bij deze problematiek (U laat dus best uw bloedverwanten screenen als U dit heeft).
Bij stenoseren van de abdominale aorta geeft dit lagerop een tekort aan doorbloeding. In de benen geeft dit bv. beperking van de wandelafstand of wonden, bij mannen kan dit potentieproblemen mee veroorzaken (Leriche syndroom).
Bij aneurysmavorming voelt de patiënt lange tijd niks. Soms geeft dit wat druk op de maag of ingewanden met vage buikklachten tot gevolg. Bij forse druk op de wervelzuil is er soms atypische rugpijn.
Bij scheuren is er soms beeld van een nierkoliek, buikpijn, bloeddrukval en dood.
Diagnose wordt gesteld met echo en aanvullend CT/NMR.
Behandeling hangt af van de grootte en de anatomie van het aneurysma, alsook de algemene toestand van de patiënt:
De halsslagader of arteria carotis ontspringt uit de grote lichaamsslagader (aorta) in de borstkas. Halverwege de hals splitst de halsslagader zich in een interna tak naar de hersenen en een minder belangrijke externa tak naar de hals- een aangezichtsstrukturen. De bloedtoevoer naar de hersenen heeft enkele reservewegen : ze gebeurt door beide halsslagaders en beide wervelslagaders die samenkomen in een ringvormige structuur in de hersenen van waaruit de verdere bloedvoorziening van de hersenen aftakt.
Als een van de aanvoerende vaten een vernauwing of zelfs opstopping (occlusie) vertoont, geeft dit dan ook niet altijd symptomen. Als van deze vernauwing kan een stukje afbreekt, of als er zich een klonter op vormt, welke dan migreert naar de hersenen, geeft dit frequent symptomen door zuurstoftekort of afsterven van een hersendeel. De symptomen zijn afhankelijk van welk deel van de hersenen het zuurstoftekort ondervindt, en van de uitgebreidheid van dit gebied. Er zijn ook andere oorzaken van een beroerte zoals bv. hartkleplijden van waaruit klonters kunnen wegschieten, het dichtslibben van bloedvaten in de hersenen zelf, of een bloeding.
De symptomen van een beroerte kunnen zijn:
Deze symptomen kunnen van korte duur zijn, maar ook definitief : Een TIA is een kleine beroerte waarvan de verschijnselen van korte duur zijn, een CVA is een beroerte met kans op blijvende letsels en uitval.
Duplex echografie van de halsslagaders wordt meestal als screeningsonderzoek verricht. CT angiografie of NMR angio zal worden gepland indien een belangrijke stenose wordt vermoed op duplex, hiermee kan de anatomie en de stenosegraad in beeld gebracht worden. CT/NMR-scan van het hoofd kan aangewezen zijn om te zien in hoeverre er al schade van de hersenen is opgetreden.
Als beeldvorming een vernauwing van 80% op de interna toont en de patiënt is klachtenvrij, wordt meestal geopteerd voor aanvullende chirurgische behandeling. Als de patiënt al een beroerte heeft doorgemaakt en er is een vernauwing van 70%, wordt ook een ingreep aangeraden.
Bij vernauwing wordt een bloedverdunner en een cholesterol verlagend middel opgestart. Hierdoor vermindert de kans op zowel een beroerte als een hartinfarct.
Bij belangrijke vernauwingen of symptomen is een operatie aangewezen, uw chirurg zal dit met u bespreken op basis van de beeldvorming. De keuze van operatie techniek alsook de risico’s van een ingreep zullen worden besproken. Met een operatie kan reeds opgetreden schade niet meer worden hersteld. Het is niet zinvol om een halsslagader die al helemaal dicht zit, opnieuw open te maken.